Dag 9, zondag 11 april 2010: Pyongyang & Kaesong
Na een heerlijk rustige nacht slaap begint de dag uiteraard met ontbijt in de grote eetzaal. Wat we voorgeschoteld krijgen is een Koreaanse interpretatie van een westers ontbijt: omelet, toast, boter, jam, en niet te vergeten een soort kattenvoer-worst. En om het geheel te besluiten een paar partjes appel. En als je heel erg veel geduld hebt ook nog een kopje koffie of thee.
Eerst maar even een stukje over hoe reizen in Noord-Korea er in de praktijk aan toe gaat. Zoals al eerder gezegd mag je niet zelfstandig op pad, alles wat je doet is met de hele groep en beide gidsen. De hele dag wordt je in een hoog tempo lang allerlei bezienswaardigheden geleid. Ter plekke wordt je meestal ook weer geacht niet al te ver van de groep af te dwalen. En dan er mochten gedurende de eerste paar dagen slechts 25 westerse toeristen in het hele land aanwezig zijn, de meesten daarvan zijn wel steeds op dezelfde plaats, en lopen dus nog altijd regelmatig in de weg voor de foto's. Fotograferen is uiteraard ook beperkt, geen foto's vanuit de bus, geen foto's van armoede, altijd netjes aan mensen vragen of ze op de foto willen, en uiteraard geen foto's van het leger. In de praktijk valt het allemaal wel mee, als de groep zich goed gedraagt worden de gidsen al snel wat makkelijker, en is fotograferen vanuit de bus geen enkel probleem meer. Ondanks de restricties heb ik in Noord-Korea gemiddeld toch zo'n 400 foto's per dag gemaakt...
Voor de eerste bestemming van de dag worden we geacht een netjes gekleed te gaan: minimaal overhemd en stropdas. We gaan namelijk op audiëntie bij de president in hoogsteigen persoon! Klein detail: Kim Il-sung mag dan nog altijd formeel het staatshoofd zijn, hij is al wel 16 jaar geleden overleden. Zijn voormalige residentie is toen omgebouwd tot een mausoleum, Kumsusan Memorial Palace genaamd, waar zijn gebalsemde lichaam opgebaard ligt.
Het spreekt voor zich dat je daar niet zomaar even binnenloopt. Nee, eerst moet je zo ongeveer alles wat je bij je hebt inleveren, tassen, jassen en ook camera's. En voor de zekerheid moet je dan ook nog door een metaaldetector heen en wordt je nog met handscanners gecontroleerd, maar vreemd genoeg klinken die eerder als geigertellers en wordt een portemonnee vol met muntgeld niet gevonden. Vervolgens wordt je met eindeloze loopbanden verder het kolossale gebouw in geleid. Dan een zaal met een groot beeld van de president, waarbij je al een eerste buiging moet maken. Vervolgens nog even door een of andere ontsmettingsmachine, en dan zijn we klaar voor het heiligste der heiligen. Midden in een grote, vrij donkere en koele zaal ligt in een glazen sarcofaag het lichaam van Kim Il-sung. In groepjes van 5 moet je tot drie keer toe netjes in het gelid gaan staan en een buiging maken. En uiteraard verder muisstil zijn.
Hierna wordt je nog door diverse zalen geleid met ontelbare medailles en eredoctoraten die Kim Il-sung vanuit de hele wereld voor zijn verdiensten gekregen heeft. Zover ik heb kunnen zien niks uit Nederland, maar België was wel vertegenwoordigd. Vervolgens een zaal over de vele reizen die hij heeft gemaakt en de ontmoetingen met allerlei staatshoofden. Hierbij valt wel een voorkeur voor bepaalde bestemmingen op. Zoals onze (Engelse) reisleider heel ongepast opmerkte: vooral veel socialisme en een beetje sex-toerisme (Thailand)...
Na ook nog de uiteraard zwaar gepantserde Mercedes S600L te hebben aanschouwd gaan we via de nog net zo eindeloze loopbanden weer terug naar de ingang, waar we onze spullen weer terug krijgen. Buiten mogen we wel volop fotograferen, en in navolging van de Koreanen laten ook wij een groepsfoto maken met het gebouw op de achtergrond.
De volgende stop is het Revolutionary Martyrs Cemetery, de begraafplaats en herdenkingsmonument voor de verzetshelden tijdens de Japanse bezetting. Naast enkele standbeelden bestaat het vooral uit talloze bustes van de veelal jonge soldaten. Centraal bovenaan is er een plaats voor Kim Jong-suk, Kim Il-sung's eerste vrouw en moeder van de huidige leider Kim Jong-il. Vanaf de begraafplaats heb je ook een mooi uitzicht over de stad, met in de verte het Kumsusan Memorial Palace, het May Day Stadium en het, kolossale, al ruim twintig jaar in aanbouw zijde Ryugyong Hotel.
We rijden weer terug naar het hotel voor de lunch, onderweg passeren we nog het May Day Stadium, met 150.000 plaatsen 's werelds grootste voetbalstadion. Eenmaal in het hotel krijgen we in het Chinese restaurant wederom een of ander vreemd Aziatisch-Westers ratjetoe voorgeschoteld krijgen.
Met een volle maag gaan we weer terug de bus in, naar de Foreign Language Bookstore. Weliswaar zit er in het hotel ook al een boekwinkel, deze is een maatje groter, en heeft ook prachtige propagandaposters. Ik hou me desondanks in, en koop onder meer
”Backstage Manipulations Disclosed”, een uiteenzetting van alle complotten tegen Noord-Korea, met uiteraard de
US Imperialists (zoals ze op elke pagina wel een paar keer genoemd worden) als voornaamste boosdoeners.
Vervolgens naar het Kim Il-sung Square, het plein waar traditioneel de grote militaire parades gehouden worden. Nu zijn er echter vreedzamere praktijken aan de gang, honderden kinderen zijn hier bezig met dans-en acrobatiekoefeningen. Uiteraard hebben ze allemaal hetzelfde doel: ooit onderdeel uitmaken van de Arirang Mass games. Overigens kan ik melden dat ook inline skates inmiddels tot Noord-Korea zijn doorgedrongen...
We verlaten nu Pyongyang voor een vier uur lange rit naar Kaesong, dicht bij de grens met Zuid-Korea. Eenmaal buiten de stad valt vooral het troosteloze landschap op, alles is dor en doods. Het land wordt voornamelijk met de hand bewerkt, slechts een hele enkele keer zie je een tractor. Onderweg maken we nog een stop bij een vervallen wegrestaurant, een mooie gelegenheid om midden op de snelweg even een sigaretje te roken, een balletje hoog te houden of gewoon even languit te gaan liggen. Voor het verkeer hoef je het allemaal niet te laten, dat is er vrijwel niet.
Vlakbij onze bestemming moeten we door een aantal militaire checkpoints, en dat levert toch een spannend moment op. De remmen blijken namelijk niet helemaal betrouwbaar te functioneren, en met nog enige snelheid rijden we een hek omver. De soldaten hebben geen idee hoe met deze situatie om te gaan, maar gelukkig geen itchy trigger fingers. Na een paar remtests kunnen we gewoon weer verder.
Ons hotel blijkt nog niet toegankelijk, tientallen soldaten(!) zijn druk bezig de waterleiding te vernieuwen. Het programma blijkt gelukkig flexibel, een item wordt gewoon een dagje naar voren gehaald. Een stukje rijden buiten de stad, op een berghelling
(we hebben uiteraard nog steeds dezelfde bus met dezelfde remmen...) ligt de tombe van koning Kongmin, heerser over Korea van 1351 tot 1374. Het betreft een dubbele tombe, waar hij samen met zijn vrouw begraven ligt. En samen met de nodige waardevolle schatten, door de eeuwen heen niemand ontdekt hoe de tombe geopend moet worden, tot in 1905 de Japanners simpelweg met explosieven een ingang creëerden.
We gaan weer terug naar het Kaesong Folk Hotel, en kunnen nu wel naar binnen. Het is een traditioneel hotel met kamers rond kleine hofjes langs een beekje. Ziet er leuk uit, maar de staat van onderhoud laat ernstig te wensen over, het staat nog net niet op instorten. De kamers zijn voorzien van een vloer van stromatten, voorzien van een ondol-verwarmingssysteem. Hierbij slaap je op matten op de vloer, en wordt de ruimte onder de vloer verwarmd. Dat klinkt comfortabeler dan het werkelijk is, de matten zijn nogal dun, de vloer keihard, en ook het hoofdkussen lijkt wel van beton...
Maar goed, eerst nog het eten, deze keer gelukkig wel iets wat voor Koreaans door kan gaan, erg lekker. Dit in tegenstelling tot het bier, dat is hetzelfde bocht als in het vliegtuig. Na het eten duiken we de bar in, al is het maar omdat de stroom weer eens is uitgevallen en, even afgezien van het grote standbeeld van Kim Il-sung boven op de berg, alleen daar nog licht brand. Een mooie plaats om onder het genot van wat smerige biertjes het Noord-Koreaanse regime te bediscussiëren...